Kredietovereenkomsten voor consumenten: nieuwe Europese Richtlijn

23 februari 2024

De nieuwe Richtlijn (EU) 2023/2225 houdt onder meer rekening met nieuwe fenomenen zoals ‘buy now, pay later’, en verplicht alle EU-lidstaten om ‘Debt Advice Services’ aan te bieden.

 

De Richtlijn (EU) 2023/2225 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2008/48/EG is in het Europees Publicatieblad gepubliceerd op 30 oktober 2023. Daardoor werd ze 20 dagen later van kracht, maar de lidstaten hebben vanaf dan nog 24 maanden om ze om te zetten (goedkeuring en publicatie) en 36 maanden om ze te implementeren.

België biedt al een hoog niveau consumentenbescherming bij het verstrekken van kredieten aan particulieren. De meest in het oog springende wijzigingen relevant voor ons land, zijn:

  • De (mogelijke) uitbreiding van het toepassingsgebied tot kredietovereenkomsten van minder dan 200 euro, kosteloze en renteloze kredieten, kredieten terugbetaalbaar binnen de drie maanden met verwaarloosbare kosten, en geoorloofde debetstanden terug te betalen binnen één maand (waaronder ‘buy now pay later’ producten).
  • De verplicht te verstrekken informatie aan consumenten via een nieuw model Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet.
  • De beoordeling van de kredietwaardigheid bij grensoverschrijdende kredieten door toegang tot de databanken die andere lidstaten gebruiken - zoals de CKP in België.
  • Meer ondersteuning door kredietverstrekkers aan personen met financiële problemen via een uitgebreider arsenaal aan respijtmaatregelen (volledige of gedeeltelijke herfinanciering van het krediet en de mogelijkheid om de voorwaarden/clausules van een bestaande kredietovereenkomst te wijzigen).

Onze collega’s van het Observatorium voor Krediet en Schuldenlast bespreken deze en ander wijzigingen overzichtelijk in een nota: Consumentenkrediet: nieuwe Europese richtlijn in het verschiet.

Ook in een andere recente nota van hen komt deze Richtlijn aan bod: Consumentenkrediet in België : een economische en juridische analyse.

'Debt advice services'

Merk op: de Richtlijn bepaalt ook dat elke EU-lidstaat zgn. ‘debt advice services of ‘schuldadviesdiensten’ voor haar burgers moet aanbieden:

Consumenten met problemen bij het nakomen van hun financiële verbintenissen, hebben baat bij gespecialiseerde hulp bij het beheren van hun schuld. Onder financiële problemen wordt een grote verscheidenheid aan situaties verstaan, onder meer uitstel van terugbetaling van schulden met meer dan 90 dagen. Het doel van schuldadviesdiensten bestaat erin consumenten met financiële moeilijkheden te helpen en hen te begeleiden bij het zoveel mogelijk aflossen van hun uitstaande schuld, waarbij een fatsoenlijke levensstandaard moet worden gehandhaafd en zij hun waardigheid moeten behouden. Deze individuele en onafhankelijke bijstand kan juridisch advies, geld- en schuldbeheer en sociale en psychologische bijstand omvatten. De bijstand moet worden verleend door beroepsbeoefenaars die geen kredietgever, kredietbemiddelaar, verlener van crowdfundingkredietdiensten, kredietkoper of kredietservicer zijn, en die onafhankelijk van hen zijn. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat consumenten door onafhankelijke beroepsbeoefenaars direct of indirect en slechts tegen beperkte kosten schuldadviesdiensten wordt verleend. Deze kosten mogen in beginsel alleen de exploitatiekosten dekken en mogen geen onnodige belasting vormen voor consumenten die moeilijkheden ondervinden of kunnen ondervinden om hun financiële verplichtingen na te komen. Waar mogelijk worden consumenten met schuldaflossingsproblemen naar schuldadviesdiensten doorverwezen voordat een tenuitvoerleggingsprocedure wordt gestart. De schuldadviesdiensten moeten gemakkelijk toegankelijk zijn voor consumenten. Zo wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met hun woonplaats en hun taal. De lidstaten blijven vrij om specifieke eisen voor schuldadviesdiensten te handhaven of in te voeren. Kredietgevers hebben een rol te spelen bij het voorkomen van overmatige schuldenlast door consumenten die financiële moeilijkheden ondervinden, vroegtijdig op te sporen en te ondersteunen. Daarom moeten kredietgevers beschikken over procedures en beleid voor de opsporing van dergelijke consumenten om ervoor te zorgen dat zij hen daadwerkelijk kunnen doorverwijzen naar gemakkelijk toegankelijke schuldadviesdiensten.”

Het is duidelijk dat dit niet over ‘insolventieprocedures’ gaat zoals het faillissement of de collectieve schuldenregeling (die idealiter worden vermeden door de tussenkomst van een ‘schuldadviesdienst’). In België en Vlaanderen sluit dit alleszins aan bij het aanbod van de instellingen erkend voor schuldbemiddeling (OCMW/CAW) en de ‘minnelijke schuldbemiddeling’ die zij aanbieden (en laagdrempeligere initiatieven inzake advies bij schuldproblemen).

Toch moeten met deze nieuwe plicht de (Vlaamse) erkenningsvoorwaarden en/of de (federale) wettelijke omkadering van ‘minnelijke schuldbemiddeling’ mogelijk vanuit Europa worden herzien. Daarnaast moet in de wet onder meer de plicht voor kredietverstrekkers geconcretiseerd worden om door te verwijzen naar deze diensten voordat ze een tenuitvoerleggingsprocedure (na wanbetaling door de consument) opstarten. Een Europese studie over ‘schuldadviesdiensten’ in de EU-lidstaten overtuigde de Europese wetgever om in de nieuwe Richtlijn een verplichting op te nemen over ‘schuldadviesdiensten’.

Zodra de Belgisch wetgeving wordt aangepast aan deze Richtlijn, lees je dat op deze website.

 

Buy now, pay later / Koop nu, betaal later

De praktijk van ‘Buy now, pay later’ of ‘Koop nu, betaal later’ is relatief nieuw. Maar ze heeft in onze markteconomie snel een grote plaats ingenomen, vooral bij online-aankopen.

Het gaat over ‘krediet’, in de vorm van een ‘uitstel van betaling’, maar het is niet onderworpen aan (al) de strenge regels uit boek VII WER die bijvoorbeeld gelden wanneer je een lening op afbetaling wil afsluiten voor de aankoop van een wagen (overhandiging SECCI, grondig kredietwaardigheidsonderzoek…).

Boek VII WER is immers niet, of niet volledig, van toepassing op (o.m.):

  • kredieten die minder dan 200 euro bedragen (art. VII.3, §3, 1° WER)
  • consumentenkredietovereenkomsten zonder interest waarbij het opgenomen krediet binnen een termijn van twee maanden wordt terugbetaald en de kredietgever kosten vraagt die lager zijn dan 4,17 euro op maandbasis (art. VII, §2, 3°WER).

Bekijk de kritische (humoristische maar correcte) analyse van 'pofbedrijven' door De avondshow met Arjen Lubach (NPO1). Een ‘pofbedrijf’ is een bedrijf dat ‘poef’ toestaat. Lees verder onder de video.

Over het feitelijk gebruik van dit soort financiële diensten (zonder kaart) is in België nog relatief weinig bekend. BV-OECO liet in 2023 wel een enquête uitvoeren. De resultaten werden gepresenteerd op een studiedag Verantwoord consumentenkrediet : doel bereikt? van het Observatorium voor Krediet en Schuldoverlast.
In het verslag lezen we (p. 20-21 en in de bijhorende PPT):

“De BV-OECO liet door IPSOS een enquête uitvoeren bij 1500 Belgische consumenten (16 tot 75 jaar). Teneinde statistisch relevante antwoorden te kunnen garanderen, werd er binnen de groep van gebruikers nog een aparte boost uitgevoerd (waardoor 800 gebruikers werden ondervraagd).

De “Koop nu-betaal later” applicaties (KNBL) hebben ondertussen hun intrede gemaakt in de Belgische markt. 37% van de Belgen blijkt deze betaalmethode te kennen, en 18% gebruikt deze betaalmethode al actief (en heeft 15% interesse dit in de nabije toekomst te gebruiken). Dit is een betaalmethode die momenteel vooral aanslaat bij jongeren (28,5% van de jongeren gebruikt deze betaalmethodes al). Ook personen die we kennen als “Compulsive buyer” , zijn vaker geneigd deze applicatie te gebruiken.

Het grote voordeel van dergelijke betaalmethode is het gemak waarmee men een betaling kan uitstellen, bijvoorbeeld tot na de levering (zekerheid dat het product aan onze wensen voldoet), of gewoon tot een later moment “omdat dit kan zonder extra kosten”.

Hoewel we uiteraard niet negatief staan ten opzichte van innovaties die het leven van de consument makkelijker maken, probeert de BV-OECO toch ook na te gaan of deze innovaties geen keerzijde hebben. Uit onze enquête blijkt dat 17% van de gebruikers al eens in aanraking zou gekomen zijn met een incassobureau dat optreedt voor een KNBL speler. Bij de gebruikers die al met incassobureaus in aanraking kwamen, troffen we verhoudingsgewijze vaker jongeren (29% van de gebruikers jonger dan 24 jaar gaf aan al gecontacteerd geweest te zijn door een incassobureau), evenals compulsive buyers (36%).

De kortingen, promoties en reclame die BNPL-gebruikers via hun applicatie ontvangen, zetten de gebruikers nu eenmaal sneller aan tot kopen (42% zegt dat ze wel degelijk sneller tot kopen overgaan door de interessante kortingen die ze via hun applicatie krijgen, en 45% van de gebruikers zegt dit effect eveneens te hebben bij de regelmatige informatie die ze via de app krijgen over interessante artikelen of winkels). 25% van de gebruikers geeft toe dat dit voor hen een van de pijnpunten van deze applicatie is. 32% van de gebruikers is zelfs akkoord met de stelling dat kortingen aangeboden via de betaalapplicaties zouden moeten verboden worden (het draagvlak voor dergelijke maatregel is bij de bevolking in het algemeen nog groter. 61% van de Belgische bevolking zegt een maatregel die een verbod op kortingen via betaalapplicaties invoert, te kunnen steunen).

Transparantiebevorderende maatregelen (maximale herinneringskost wettelijk vastleggen, meer informatie over het statuut van de schuld, meer transparantie over de kosten,…) worden door een ruime meerderheid van de Belgen gesteund. Ook de gebruikers zijn vragende partij voor meer transparantie (76- 78% sprak zich hierover in die zin uit).”

 

De ‘opkomst’ van dit soort betalingsdiensten werd verder ook gesignaleerd in onze Basisregistratie bij de instellingen erkend voor schuldbemiddeling (2022) (p. 51):

12,5% van de erkende instellingen geeft aan dat een deel van de cliënten problematisch koopgedrag vertoont (+18% ten opzichte van 2021). Het gaat over impulsaankopen zoals take-away-maaltijden en online aankopen. Dit is zeker een probleem voor mensen die moeite hebben om prioriteiten te stellen op budgettair vlak. Vooral de doorbraak van het online shoppen met de optie om achteraf te betalen, beschouwen de erkende instellingen als een zorgwekkende tendens. Apps maken de drempel om online te bestellen zeer laagdrempelig en gemakkelijk. De erkende instellingen zien een toename van het aantal ‘after-pay’ betalingen via online shopping (Zalando, Bol.com, ….).”