Vraagverheldering bij precaire woonsituaties

11 maart 2024

Instrument voor praktijkwerkers

Wat moet je als praktijkwerker zoal te weten komen bij een contact met een persoon die in een precaire woonsituatie zit (of van wie je dat vermoedt)? Als je niet dagelijks met de problematiek te maken krijgt, is het niet altijd makkelijk om de juiste vragen te stellen. Maar de juiste informatie is belangrijk om de persoon goed te kunnen begeleiden en, als nodig, doorverwijzen. Onderstaande vragenlijst ondersteunt je bij de vraagverheldering.

  • Als hulpverlener vind je er houvast om samen met de hulpvrager topics en thema’s te verkennen.
  • Je haalt er zaken uit die relevant zijn voor de context van je eigen dienst/organisatie, en voor de situatie van de betrokkene die voor je zit (maatwerk).

Om tot een goede vraagverheldering te komen is het belangrijk om zicht te krijgen op het verleden, het heden en de toekomst. Bij de bespreking van verschillende thema’s kan je daar telkens bij stilstaan.

Let wel: dit is een richtinggevend instrument. Het is geen dwingend kader waarbij alle vragen chronologisch beantwoord moeten worden.

Deze tool is ontwikkeld door W13, welzijnsvereniging van OCMW's en het CAW in Zuid-West-Vlaanderen.

1. IJsbreker en introductie

  • Zorg voor een geschikte locatie: waar wil de hulpvrager dat het gesprek plaatsvindt? (op bureau, op verplaatsing, in een inloopcentrum …)
  • Zorg voor een warm onthaal. Mensen ervaren vaak veel stres en spanning om de stap naar hulp te zetten. Het is belangrijk om die stress in het eerste contact, of in de eerste minuten van het gesprek te doen zakken. Stel mensen op hun gemak, begin niet meteen met een spervuur aan vragen, maar bied ruimte voor deze emoties van spanning en onrust.
  • Vertrouwen is de basis van een goed gesprek.
  • Stel jezelf en de werking van je organisatie voor.
  • Neem voldoende tijd voor het gesprek.
  • Stel niet te veel vragen tijdens een eerste gesprek. Een luisterend oor is in de eerste fase het belangrijkste.
    Sta ook stil bij welke vragen je wel/niet stelt in een (eerste) gesprek. Welke info is belangrijk en relevant? Wat kan later bevraagd worden? (need to know vs. nice to know)
  • Ga sensitief om met verschillende factoren zoals cultuur, religie, etniciteit, seksualiteit, genderidentiteit, trauma, fysieke beperkingen, neurodiversiteit en zorgvermijding.
  • Gebruik klare en begrijpelijke taal, vermijd vakjargon.

  • ‘Goeiemorgen/-middag/-avond. Ik ben … van ….’
  • ‘Heb je het gemakkelijk gevonden?’ ‘Ben je hier vlot geraakt?’ ‘Heb je lang moeten wachten?’
  • ‘Wil je graag koffie/water/…?’
  • ‘Hoe gaat het met jou vandaag?’
  • ‘Ken je onze werking?’
  • ‘Ik ga je enkele vragen stellen. Je hoeft niet op alles te antwoorden, maar hoe meer informatie ik nu al heb, hoe beter ik je zal kunnen helpen.’
  • ‘Goed dat je de stap naar hulp hebt gezet.’
  • ‘Hoe gaat het met jou vandaag?’
  • Hoe ben je bij ons terecht gekomen?’ ‘Heeft iemand je naar ons doorverwezen?’
  • ‘Alles wat je me vertelt blijft tussen ons.’ (Leg wel het beroepsgeheim uit!)
  • ‘Met welke verwachtingen ben je vandaag naar hier gekomen?’
  • ‘Is het de eerste keer dat je langskomt of ben je hier al eens geweest?’

2. Vraagverheldering

Vragen

  • 'Zie je het zitten om wat meer te vertellen over je situatie?’
  • ‘Hoe ziet je woonsituatie er momenteel uit? Waar verblijf/woon je nu? Hoe lang zit je al in deze situatie?’ 
  • ‘Kan je indien nodig ergens verblijven bij vrienden/familie? Waarom wel/niet?’ 
  • ‘Welke personen zijn nog betrokken bij je woonsituatie? Heb je een partner, kinderen, familie, huisdieren die betrokken zijn in je situatie?’ 
  • ‘Hoe ziet je leven er nu uit?’ 
  • ‘Wie weet er dat je in deze situatie zit?’
  • ‘Hoe ben je hier geraakt?’

Vragen

  • ‘Hoe ben je in deze situatie terechtgekomen?’
  • ‘Is het de eerste keer dat je hulp vraagt? Waar ben je al geweest? Wat hebben zij voor jou kunnen doen?’
  • ‘Zijn er hulpverleners van vroeger of nu die jou kennen? Hoe was die ervaring voor jou? Hoe werd dit afgerond? Zijn er positieve ervaringen? Kan/mag ik hen contacteren? Wat werkt wel en niet goed bij jou?’
  • ‘Is er hulpverlening die je zelf al kent?’
  • ‘Welke diensten kennen jou?’
  • ‘Heb je ooit al in deze situatie gezeten, wat heeft je toen geholpen? Hoe ben je er toen uitgeraakt?’
  • ‘Weet je waar je vanavond gaat slapen?’
  • ‘Waar voel je je veilig? Wat heb je nodig om die veiligheid te bekomen?’
  • ‘Heb je ooit zelfstandig gewoond? Hoe ging dat?’

Vragen bij dreigende uithuiszetting:

  • ‘Heb je al een brief gekregen van de rechtbank? Wanneer is de zitting?’
  • ‘Is er al een vonnis uitgesproken? Wat staat er in dat vonnis?’
  • ‘Is er nog contact met de huisbaas?’
  • ‘Heb je een advocaat? Ben je langs geweest bij de huurdersbond?’
  • ‘Hoe komt het dat je uit huis gezet wordt/werd?’ (huurachterstand, overlast, slecht onderhoud woning?)
  • ‘Is het de eerste keer dat je uit huis gezet wordt? Zo nee, hoe is dat de vorige keer verlopen?’ (zoeken naar patronen)

Vragen 

over aanwezige krachten bij zichzelf en in het (professioneel) netwerk

  • ‘Met wie kan je leuke dingen doen?’
  • ‘Bij wie kan je terecht voor een goede babbel?’
  • ‘Wat vind je leuk om te doen?’
  • ‘Bij wie kan je terecht? Zijn er mensen die weet hebben van je situatie? Zijn er mensen die weten dat je hier vandaag bent? Zo nee, bij wie heb je getwijfeld om het te vertellen?’
  • ‘Wie kan iets doen voor jou? Wat kan je zelf doen? Waar denk je zelf aan?’
  • ‘Wat gaat goed?’
  • ‘Hoe lukt het jou om voor je kinderen te zorgen?’
  • ‘Wat heb je al geprobeerd?’
  • ‘Aan wie heb je steun? (vrienden, familie, collega’s, …) Bij wie kan je terecht met je zorgen?’
  • ‘Zijn er contacten verloren gegaan?’
  • ‘Wat geeft jou energie?’
  • ‘Ben je gelovig?’

Vragen

  • ‘Heb je een inkomen? Wat is je inkomen? Hoe zeker ben je van dat inkomen?’
  • ‘Ben je afhankelijk van anderen voor financiële hulp?’
  • ‘Heb je reserves? Bijvoorbeeld spaargeld?’
  • ‘Ben (of was) je in budgetbeheer, budgetbegeleiding, collectieve schuldenregeling of bewindvoering?’
  • ‘Wat kost maandelijks het meeste geld?’ / ‘Waaraan geef je maandelijks het meeste geld uit?’
  • ‘Heb je het gevoel dat je goed de controle hebt over jouw budget?’
  • ‘Heb je schulden? Hoeveel?’

Vragen

‘Heb je een geldige identiteitskaart of een verblijfsvergunning?’

  • Ja: ‘Heb je die nog?’
  • Nee: ‘Is er een procedure lopend?’ ‘Heb je hiervoor een advocaat?’

Vragen

  • ‘Hoe komt het dat je vandaag naar hier gekomen bent?’
  • ‘Waarom wil je x, y, z?’
  • ‘Wat wil je zelf doen om dit te bereiken?’
  • ‘Waarom kom je vandaag naar hier? Wat wil je graag dat er gebeurt?’
  • ‘Wat zijn je verwachtingen? Hoe wil je het, samen met mij, aanpakken

Tip: maak een genogram of ecogram op

Vragen

  • ‘Hoe ziet je gezin eruit?’
  • ‘Is er een verblijfsregeling voor de kinderen?’ (bij echtscheiding)
  • ‘Waar gaan je kinderen naar school?’
  • ‘Wie verblijft er nu bij jou, of zal in de toekomst bij jou verblijven?’ ‘Heb je bepaalde verwachtingen/ zijn er bepaalde noden vb. grootte/locatie van het huis?’
  • ‘Heb je huisdieren?’

Vragen

  • ‘Waar zie je jezelf wonen? In welke regio? In welk soort woning?’
  • ‘Ben je ingeschreven op de wachtlijst van een woonmaatschappij? Is je dossier in orde en actueel?’ ‘Weet je op welke plaats je staat op de wachtlijst?’
  • ‘Op welke manier heb je al gezocht naar een woning?’
  • ‘Heb je bepaalde verwachtingen/ zijn er bepaalde noden, bijvoorbeeld grootte/locatie van het huis?
  • ‘Zijn er zaken die je belangrijk vindt? Bijvoorbeeld: gelijkgezinden in de buurt?’

Vragen

  • ‘Heb je gedronken? Heb je drugs gebruikt?’ (indien signalen hiertoe) ‘Drink je soms? Gebruik je soms drugs? Is dit uitzonderlijk of een gewoonte? Hoeveel drink/gebruik je per dag of per week?’
  • ‘Heb je hier ooit al hulp bij gehad? Of zou je hier ooit hulp bij willen?

Vragen

  • ‘Hoe gaat het met je gezondheid? Heb je medische klachten?’
  • ‘Ben je momenteel in behandeling? Of was je vroeger in behandeling?’
  • ‘Neem je bepaalde medicatie en wie schrijft die voor?’
  • ‘Lukt het om de nodige medische zorg te krijgen?’
  • ‘Heb je een vaste huisarts?’
  • ‘Stel dat er iets met jou zou gebeuren, wie kunnen we dan contacteren in nood?’
  • ‘Ben je al eens opgenomen geweest in een psychiatrisch ziekenhuis of op een psychiatrische afdeling?’
  • ‘Heb je een schone en veilige plek waar je je kunt wassen en naar het toilet kan gaan?’
  • ‘Heb je een plek waar je je kledij kan wassen?’

Voor specifiek vrouwelijke thema’s zoals menstruatie en anticonceptie: Download de fiche Dak- en thuisloosheid bij vrouwen

Vragen

  • ‘Hoe ziet een dag er voor jou uit?’ (dagstructuur? daginvulling?)
  • ‘Heb je momenteel werk? Wanneer was je voor het laatst aan het werk?’
  • ‘Heb je hobby’s? Had je vroeger hobby’s?’
  • ‘Wat doe je in je vrije tijd?’

Vragen

  • ‘Heb je een justitie-assistent? Zijn er voorwaarden waaraan je moet voldoen? Zijn er zaken waar we rekening mee moeten houden?’

Vragen

  • ‘Waar droom je van?’
  • ‘Wie zou je willen zijn binnen x jaar?’

Vragen

  • ‘Is je identiteitskaart of verblijfsvergunning nog geldig?’
  • ‘Heb je een domicilie of referentieadres? Ben je ambtshalve geschrapt?’
  • ‘Bij welk ziekenfonds ben je aangesloten? Is je aansluiting in orde?’
  • ‘Waar staan je persoonlijke spullen/meubelen? Hoe raken die op hun plaats?’
  • ‘Heb je een plek waar je je kledij kan wassen?’
  • ‘Heb je een schone en veilige plek waar je je kunt wassen en naar het toilet kunt gaan?’
  • ‘Waar haal je eten? Waar eet je?’
  • ‘Heb je meubelen/spullen? Hoe zou je die verhuizen? Wie kan je eventueel helpen?’

3. Afronding

Geef concrete en duidelijke contactgegevens en info mee (bijvoorbeeld op een visitekaartje):

  • Eigen contactgegevens
  • Contactgegevens nachtopvang, andere partners, …
  • Tip: Zakboekje thuisloosheid
  • Datum en uur vervolgafspraak

Schets een realistisch beeld van termijn, kansen, wachtlijsten …

Maak concrete afspraken: wat ga je als hulpverlener doen na dit gesprek? En wat je verwacht van de cliënt?

Neem indien nodig samen met de hulpvrager contact op met bepaalde diensten. Of vraag het akkoord van de hulpvrager mag je contact opnemen met andere partners om te overleggen, of info opvragen in het vervolgtraject?

  • ‘Hoe was dit gesprek voor jou?’
  • ‘Wat gaan we beiden doen in de periode tot de volgende afspraak?’
  • ‘Wat is voor jou het belangrijkste dat we nu samen doen?’
  • ‘Waar ga je na dit gesprek naartoe?’
  • ‘Heb je een veilige slaapplaats voor deze nacht?’
  • ‘Wat ga je vandaag nog doen?’
  • ‘Hoe kan ik je het best bereiken (sms, telefoon, e-mail, WhatsApp, …). En wanneer kan ik je het best bereiken?’