Twaalf mythes over thuisloosheid

16 december 2022
bedelende vrouw tussen twee betaalautomaten

Mythes zijn verhalen die veel mensen kennen, maar die niet werkelijk gebeurd zijn. Verzinsels dus. Ook over thuisloosheid bestaan veel verzinsels. Als we ze confronteren met wetenschappelijke of ervaringskennis, komen de ‘inconvenient truths’ of ongemakkelijke waarheden bovendrijven.

 

Mythe 1: Er is meer thuisloosheid in de winter

De belangrijkste oorzaken van thuisloosheid in Vlaanderen zijn familiale problemen, verslavingen en uithuiszettingen. Niet de koude. Toch pakken veel steden jaarlijks uit met hun winteropvang. Een mythe? Grotendeels wel. Want er is het hele jaar door opvang nodig, om te vermijden dat mensen tegen hun wil op straat overnachten. Maar natuurlijk is winteropvang beter dan geen opvang.

Mythe 2: Iedereen kan thuisloos worden

In theorie wel. Maar in de praktijk en uit onderzoek blijken toch vooral mensen die kinderarmoede hebben gekend een sterk verhoogd risico te lopen op thuisloosheid. In Vlaanderen leeft 1 op de 10 kinderen in armoede. Investeren in onderwijs en betaalbare huisvesting is daarom de belangrijkste hefboom om latere thuisloosheid te voorkomen.

 

Mythe 3: De meeste thuislozen zijn oudere mannen

Dat is al meer dan een eeuw niet meer het geval. 35 % van de thuislozen in Vlaanderen zijn vrouwen en 20 % zijn jongvolwassenen (18-25 jaar). Bij vrouwen vormen familiale problemen en geweld een belangrijke aanleiding. Bij jongvolwassenen komt veel verborgen thuisloosheid voor: overnachten bij vrienden of sofaslapen.

 

Mythe 4: Thuislozen kiezen ervoor om op straat te leven

Mensen weigeren zelden hulp die tegemoetkomt aan hun noden en behoeften. Grootschalige opvangcentra met slaapzalen, een gebrek aan privacy en het risico van diefstal, zijn niet het gepaste antwoord. Is er enkel zo’n cliëntonvriendelijk aanbod beschikbaar, dan overnachten sommige mensen nog liever op straat. Studio-opvang, privékamers en noodwoningen zijn wel cliëntvriendelijk. En bovendien goedkoper dan grootschalige opvang.

 

Mythe 5: Er zijn te weinig opvangplaatsen

Natuurlijk blijft opvang nodig om te vermijden dat mensen op straat moeten overnachten. Maar opvang alleen is geenszins een duurzame oplossing. Opvang is ook duur. Beter is te investeren in voldoende preventie, in een snelle doorstroming naar een vaste woonst (want anders slibt die opvang dicht) en dus ook in voldoende betaalbare en toegankelijke huisvesting voor thuislozen.

 

Mythe 6: Hoe meer sociale huisvesting, hoe minder thuisloosheid

In Europa is er geen lineair verband tussen het aantal sociale woningen en het aantal thuislozen. Wat vooral een rol speelt, is de mate en de snelheid waarmee sociale woningen toegankelijk zijn voor thuislozen. Vlaanderen werpt drempels op voor versnelde toewijzingen van sociale woningen. Ook met het nieuwe toewijssysteem, met veel invloed van het lokale beleid, is het nog afwachten hoe dat uitpakt met de toegankelijkheid voor thuislozen.

 

Mythe 7: Thuisloosheid is een stedelijk fenomeen

Steden tellen meer opvangvoorzieningen voor thuislozen. Dat is historisch zo gegroeid. Kleine, landelijke gemeenten kunnen die opvang niet betalen. De helft van de vorderingen tot uithuiszetting vindt plaats in landelijke gemeenten. Maar omdat de voorzieningen en/of de lokale bestuurskracht daar onvoldoende aanwezig zijn, komen heel wat van deze mensen in de opvang van de steden terecht.

 

Mythe 8: Maar we hebben toch Housing First!

Housing First is een wetenschappelijk bewezen en beschreven model dat zeer effectief is om complexe en langdurige thuisloosheid te beëindigen. In Vlaanderen heeft 90 % van de Housing First-cliënten na twee jaar nog altijd een duurzame woonst. Ook hun gezondheidssituatie is aanmerkelijk beter dan langdurig thuislozen die in de nachtopvang verblijven. Maar de vlag Housing First dekt niet altijd de lading. Ook in de hulpverlening aan thuislozen spelen opportunistische motieven (subsidies krijgen) soms een rol. Daarom zijn periodieke getrouwheidsmetingen belangrijk, om de praktijk te toetsen aan de principes van Housing First.

 

Mythe 9: Preventie is effectiever dan remediëring

Het effect van brede preventieve acties is heel moeilijk te evalueren. Bij gerichte preventieve acties lukt dat wel. Zo is in Vlaanderen aangetoond dat snelle en outreachende begeleiding in 70 % van de gevallen uithuiszetting kon voorkomen. Snelle detectie en snelle hulp zijn dus wellicht effectief. Maar er is nog veel onderzoek nodig naar doeltreffende preventie van thuisloosheid.

 

Mythe 10: We moeten politici en het brede publiek bewust maken van thuisloosheid

Er is geen bewijs dat dit werkt. En het brede publiek ondersteunt vaak de verkeerde oplossingen (alleen meer opvang). Vaak worden deze bewustwordingscampagnes opgezet om giften te werven. In Vlaanderen gebeurt dat minder, maar in landen waar ngo’s een deel van hun middelen via giften dienen te verwerven, komen zulke campagnes meer voor.

 

Mythe 11: Het Finse model is te moeilijk om na te volgen

Finland is het enige Europese land dat heeft kunnen aantonen dat de thuisloosheid er gedaald is. De verklaringen voor het Finse succes zijn:

  • een langetermijnplanning (over meerdere legislaturen)
  • evenveel investeren in preventie van uithuiszettingen als in remediëring
  • van Housing First een echte speerpuntactie maken
  • de opvang grotendeels vervangen door woongerichte oplossingen zoals Housing First
  • pragmatisme, consensus tussen de actoren en een top-downbenadering

Doorgeschoten bottom-upbenaderingen leiden tot een versnippering van middelen en sociale zakdoekplanologie.

 

Mythe 12: Thuisloosheid kan in 2030 beëindigd worden in Europa

Dat is het streefdoel van de Europese strategie tegen thuisloosheid. Maar lukt dat? Natuurlijk niet. Toch niet in heel de Europese Unie. Maar we zien wel dat er in meerdere landen en regio’s, ook in Vlaanderen, een paradigmashift bezig is naar meer preventieve en woongerichte oplossingen. Zo’n paradigmashift vergt wel een langetermijnplanning.

 

Auteur: Danny Lescrauwaet, inhoudelijk medewerker bij SAM

Foto: Layla Aerts

 

Dit artikel is een bewerking van drie publicaties over mythes rond thuisloosheid:

  • Spinnewijn, F. Some myths busting about homelessness, Presentation Feantsa Conference Dublin, 2022
  • Straatverplegers, Clichés over daklozen, Nieuwsbrief oktober 2022
  • Lescrauwaet, D., Cools B., Een thuis voor meer dan een dag, Mythes, feiten en verhalen over thuisloosheid, Lannoo Campus, 2014.