Burgerrechtelijke overdracht: een gevaarlijke ontwikkeling

06 juli 2021
tuinhuisje met fiets

 

Of: hoe de aankoop van een tuinberging een schuldenberg werd

Een burgerrechtelijke overdracht die kredietverstrekkers kunnen gebruiken, brengt vaak moeilijkheden met zich mee. Er is geen specifieke procedure voor betwistingen, ook niet bij de tussenkomst van een erkend schuldbemiddelaar. Elke vorm van toegankelijke en laagdrempelige rechterlijke controle ontbreekt. Het verhaal van Bart en Sofie hieronder illustreert wat er mis kan gaan.

Wat is de burgerrechtelijke overdracht?

Bij  burgerrechtelijke overdracht  (art. 1690  BW)  staat iemand toe dat een ander een schuld rechtstreeks kan invorderen bij een persoon of dienst die geld verschuldigd is aan die eerste persoon. Kredietgevers en -overnemers kunnen via die techniek gelden innen die redelijkerwijze beschermd zouden moeten zijn. Dit is een gevaarlijke ontwikkeling. Het gaat in veel gevallen om schulden en kredieten van mensen in kwetsbare financiële situaties. De vorderingen van de kredietovernemers bestaan voor een groot deel uit ‘schadevergoedingen’ en interesten, vaak voor beperkte hoofdsommen.

De oplossing?

Bij SAM zijn we ervan overtuigd dat een aanpassing van art VII 89 van het WER een oplossing biedt. We stuurden daarover op 1 juli een signaalnota aan Pierre-Yves Dermagne, minister van Economie en Werk.

Lees ons standpunt en advies in de signaalnota ‘Burgerrechtelijke overdracht en terugbetaling van belastingtegoeden

 

Het verhaal van Bart en Sofie*

*De namen en de omstandigheden van de lening zijn gewijzigd om ieders privacy te beschermen.

2015

Het verhaal van Bart en Sofie gaat van start in 2015. Hoewel hun budget krap is, besluiten zij om te investeren in een tuinberging, een noodzaak voor een gezin met jonge kinderen. De verkoper werkt nauw samen met een kredietmaatschappij, waar ze vlot een lening kunnen krijgen, voor een bedrag van 9200 euro. Zij ondertekenen een kredietovereenkomst met maandelijkse afbetalingen van 233,50 euro.

2016

Een jaar later blijkt dat Bart en Sofie de lening niet correct kunnen afbetalen wegens hun beperkt budget. De bank ontbindt het krediet per aangetekende brief. Het openstaande bedrag moet plotseling volledig terugbetaald worden, plus daarbovenop schadevergoedingen en alle interesten.

Omdat Bart en Sofie zo’n groot bedrag niet kunnen betalen, worden de kleine lettertjes van het contract plots werkelijkheid. In een clausule van de lening staat immers dat zij ‘overdracht’ doen van alle schuldvorderingen die zij bij andere instanties hebben. Concreet betekent dit dat de bank aanspraak kan maken op de belastingteruggaven waar Bart en Sofie recht op hebben.

2016 - 2017

Bart en Sofie zien het bos door de bomen niet meer en kloppen aan bij het OCMW van hun woonplaats, dat erkend is als instelling voor schuldbemiddeling. De jurist van het OCMW controleert de geldigheidsvoorwaarden van de kredietovereenkomst en merkt op dat de bank geen lening had mogen toestaan. De bank had vooraf moeten vaststellen dat Bart en Sofie zich in een financieel kwetsbare situatie bevonden en dat zij niet in staat zouden zijn om zo’n grote lening af te betalen. Deze ‘kredietwaardigheidsbeoordeling’ is niet correct gebeurd.

De ontbinding heeft er intussen voor gezorgd dat het bedrag van de lening verhoogd is met allerlei kosten en interesten. De erkende instelling voor schuldbemiddeling betwist deze bijkomende kosten, maar de bank negeert de betwisting volledig. De bank schrijft de fiscus aan en eist een burgerrechtelijke overdracht van de belastingteruggave voor het aanslagjaar 2017 op.

Bart en Sofie hebben recht op een belastingteruggave van 4560 euro in totaal. Zij gaan akkoord met het feit dat de hoofdsom van 1433 euro wordt doorgestort aan de bank, zodat het ontleende bedrag volledig is terugbetaald. De FOD Financiën blokkeert de rest van de belastingteruggaven, 3127 euro, in afwachting van regeling van het dispuut.

2018

Toch houdt de bank voet bij stuk. Ze blijft schadevergoeding en interesten vragen, waardoor het openstaande bedrag 2500 euro blijft. De erkende dienst voor schuldbemiddeling stelt voor om nog eens 1400 euro te betalen voor slot van rekening, maar opnieuw weigert de bank elk gesprek.

De bank schakelt een advocaat in, maar ook die wil geen enkele toegeving doen. Bovendien probeert hij de erkende instelling te intimideren met foute beweringen over de wetgeving. Daaropvolgend maakt de bank nogmaals aanspraak op de nieuwe belastingteruggave van het aanslagjaar 2018. Dankzij de betwisting door de erkende instelling voor schuldbemiddeling blokkeert de FOD Financiën dit bedrag opnieuw, gevolgd door de waarschuwing dat een gerechtelijke beslissing nodig is.

2019

De bank voert een stellingenoorlog. De schuldenaar is sowieso financieel zwakker, de bank kan rustig afwachten wie het langste volhoudt. De bank weigert nog steeds elk voorstel tot minnelijke regeling en maakt opnieuw aanspraak op de belastingteruggave voor het aanslagjaar 2019. Ook deze teruggave wordt geblokkeerd bij de fiscus.

De erkende dienst voor schuldbemiddeling raadt Bart en Sofie aan om over te gaan tot dagvaarding van de bank. Bij de zoektocht naar een advocaat blijkt dat zij geen recht hebben op een pro deo-advocaat. Er wordt geen rekening gehouden met hun schuldenlast. Hun inkomen is te hoog...

2020

De belastingteruggave van het aanslagjaar 2020 wordt voor de vierde (!) keer geblokkeerd. In de procedure voor de rechtbank worden de argumenten van de verschillende partijen op papier gezet.

2021

Het verdict van de rechtbank is klaar en duidelijk: Bart en Sofie worden volledig in het gelijk gesteld. De kredietwaardigheidsbeoordeling was fout en de bank heeft hen niet juist behandeld. De wettelijke sanctie voor de bank? Schrapping van interesten en andere kosten. Bart en Sofie moesten enkel de hoofdsom terugbetalen, wat zij in 2017 al deden.

In mei 2021 worden na vier jaar de belastingteruggaven, in totaal 11.000 euro, eindelijk vrijgegeven aan Bart en Sofie. De bank wordt veroordeeld tot het betalen van de gerechtskosten. Het ereloon van de advocaat van de schuldenaars bedraagt wel meer dan de rechtsplegingsvergoeding – en meer dan het betwiste bedrag...

Om hun rechten op te eisen, en de belastingteruggaven te ontvangen waar zij recht op hadden, moesten Bart en Sofie een hoogdrempelige procedure voeren voor de rechtbank. Ondanks hun gelijk, werden zij opgezadeld met heel wat extra kosten. Bovendien is het uitzonderlijk dat de FOD Financiën belastingteruggaven blokkeert. Zodra een overdracht ter kennis wordt gebracht wordt het door de schuldeiser geëiste bedrag zonder controle gestort aan die schuldeiser, zelfs bij betwisting door een erkende instelling schuldbemiddeling.

De schuldenaar die voor voldongen feiten wordt gesteld (het geld is weg), zal slechts bij hoge uitzondering de investering doen om een gerechtelijke procedure op te starten. Bij een ‘gewone’ burgerrechtelijke overdracht is het aan de schuldenaar om naar de rechtbank te stappen – in tegenstelling tot de bescherming bij overdracht van loon of andere inkomsten. Betwistingen door erkende schuldbemiddelaars worden daarbij volledig genegeerd.

 

Lees meer over de ondersteuning door SAM van budget- en schuldhulpverleners

 

Foto Blauth B. via Pixabay 

Download de signaalnota van SAM
Download
'Burgerrechtelijke overdracht en terugbetaling van belastingtegoeden': advies aan minister van Economie en Werk Pierre-Yves Dermagne.