Wat kijk je zeker na bij een consumentenkrediet?

21 december 2021
'Sale' etalage

Vijf tips voor schuldbemiddelaars

Schuldbemiddelaars kijken de gegrondheid van de schulden steeds na om kwetsbare consumenten te beschermen tegen onredelijke invorderaars. Dat gebeurt ook bij consumentenkredieten, zoals een lening op afbetaling, een financieringshuur, een kredietopening of een debetstand op een rekening.

Een aantal fouten springt daarbij al snel in het oog…  

Fout 1. Onverantwoorde kredieten aan mensen in een moeilijke situatie

Zodra iemand een krediet aanvraagt, moet de kredietverlener hem of haar correcte informatie en raad geven over de verschillende mogelijkheden (art. VII.77 WER). De kredietverlener moet het krediet zoeken dat het best past bij de persoonlijke situatie van de aanvrager. De kredietgever of kredietbemiddelaar moet bovendien een solvabiliteitsonderzoek doen om na te gaan of de aanvrager in staat zal zijn om het krediet terug te betalen. Dat onderzoek gebeurt op basis van de inlichtingen die de klant hen geeft én op basis van de raadpleging van verschillende bestanden, zoals de Centrale voor Kredieten aan particulieren van de Nationale Bank van België.

Tip

Ga telkens na of het solvabiliteitsonderzoek correct gebeurd is en of je cliënt het krediet gekregen heeft dat het beste past bij zijn persoonlijke situatie.

Sanctie voor de kredietgever

  • De burgerlijke sanctie lees je in art. VII.201 WER. De rechter kan de schuld herleiden tot het ontleende bedrag. Dat is wat de vrederechter in Heist op den Berg ook besliste in een vonnis van 29 oktober 2020, waar een bankinstelling een lening had toegestaan aan een gezin met vier kinderen, met een inkomen van 1650 euro, een huurlast van 550 euro per maand en een maandelijkse afbetaling van een andere lening voor 150 euro per maand. Er zou nog slechts 716 euro per maand overblijven voor alle andere kosten als energie, verzekeringen, vervoer, voeding, kledij, onderhoud.
  • Er is ook een strafsanctie mogelijk wanneer er ‘bewust’ onvoldoende informatie gevraagd is (art. 90, 11° en 16°en 19° WER). Daarom is het belangrijk om zulke situaties te melden aan de Inspectie van de FOD Economie. Zij kunnen proberen om een vaste bedrijfspraktijk aan te tonen op basis van verschillende meldingen.

 

Fout 2: niet gelezen en goedgekeurd

Een consumentenkrediet is maar geldig als de consument het contract tekent én er ‘gelezen en goedgekeurd voor … euro op krediet’ of ‘gelezen en goedgekeurd voor … euro terug te betalen’ op schrijft. Een elektronische handtekening is ook toegestaan. Een consumentenkrediet is dus een formeel contract: de overeenkomst komt pas tot stand als aan bepaalde vormvoorwaarden voldaan is (art. VII.78 §1 WER).  

Tip

Bekijk of er een geldige ondertekening op het contract staat én of aan alle vormvereisten voldaan is. Zo niet, dan is er geen geldig contract gesloten.

Sanctie voor de kredietgever

Bij een ongeldige ondertekening is er geen contract. De kredietgever moet dan, om de bedragen die hij ter beschikking stelde terug te kunnen krijgen, bewijzen dat hij niet de bedoeling had om een schenking te doen, of dat de ontvanger verrijkt werd zonder onderliggende oorzaak. Het bedrag dat gestort werd, kan hoogstens worden teruggevraagd. 

 

Fout 3: niet aangetekend opgezegd

Wanneer de kredietgever een einde wil maken aan de overeenkomst moet hij een aangetekende zending versturen. Zo worden het ontleende bedrag, de interesten en de kosten volledig opeisbaar, zonder verder uitstel. Soms staat er in het contract dat de kredietgever de overeenkomst ook per e-mail (met ontvangstbevestiging) mag beëindigen. Dat is een onrechtmatig beding en is dus nietig (art. VII.105 WER).

Tip

Vraag altijd naar het bewijs van de aangetekende zending van de opzeg van de overeenkomst. Als de kredietgever die niet kan voorleggen, is de overeenkomst blijven lopen en zijn de sommen niet onmiddellijk volledig opeisbaar.

 

Fout 4: verjaring

Is het krediet meer dan tien jaar geleden opgezegd? Dan is er waarschijnlijk sprake van verjaring. De interesten verjaren zelfs al na vijf jaar. Stuiting van de verjaring kan alleen door vonnis, dagvaarding, beslag of aangetekende ingebrekestelling met ontvangstbewijs door een advocaat of gerechtsdeurwaarder. Bovendien is een (af-)betaling geen schulderkenning van àlle gevorderde bedragen (art. 2248 BW). Zo kunnen onkosten en interesten wel degelijk betwist worden en is een betaling door beslag of loonoverdracht niet ‘vrijwillig’.

Tip

Kijk grondig na wanneer het krediet is opgezegd en sta sterk in je schoenen. Het is niet omdat jouw cliënt ooit iets betaald heeft, dat hij de volledige schuld erkent. De interesten en kosten kan je altijd proberen te betwisten.

 

Fout 5: verzet tegen loonoverdracht

Een loonoverdracht is enkel mogelijk onder bepaalde voorwaarden:

  • Er moet een apart document ondertekend zijn waarin de kredietnemer instemt met een loonoverdracht. Het document moet de artikelen 28 tot 32 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers hernemen, anders is het nietig.
  • De kredietgever moet de schuldenaar per aangetekende brief of per deurwaarder verwittigen dat er betalingsachterstand is en dat hij een loonoverdracht zal uitvoeren. Ook de werkgever krijgt daarvan bericht.
  • Als de schuldenaar niet reageert binnen een termijn van tien dagen, moet de kredietgever een kopie van het document met de loonoverdracht naar de werkgever sturen. De overdracht wordt dan van kracht en de werkgever moet het beslagbaar deel van het loon rechtstreeks aan de kredietgever bezorgen.

De schuldenaar-werknemer kan zich verzetten tegen een loonoverdracht door een aangetekende brief of deurwaardersexploot te bezorgen aan de werkgever. Het is zelfs niet verplicht om het verzet te motiveren, (bv. omdat het bedrag betwist is, of omdat er afbetalingen worden gevraagd in plaats van een groot deel van het loon te moeten missen). De werkgever moet de kredietgever binnen de vijf dagen per aangetekende brief of per deurwaarder informeren over het verzet. Hij mag niets inhouden van het loon tot een vrederechter beslist heeft. Bij de vrederechter komen dan alle argumenten wel aan bod.

De verzetstermijn bedraagt tien dagen, maar laattijdig verzet kan ook. Vanaf dan stopt de loonoverdracht, zelfs al tekent iemand pas na drie jaar verzet aan. Reeds doorgestorte bedragen moeten echter niet worden teruggestort. Houd er bovendien rekening mee dat een terugbetaling van belastingen door de fiscus niet onder de bescherming van de wetgeving over loonoverdracht valt… ons inziens onterecht. Lees meer.

Tip

Is er sprake van een loonoverdracht en is de vordering betwistbaar? Of wordt er maandelijks een hoog bedrag ingehouden door één schuldeiser waardoor andere schuldeisers, zoals een verhuurder of energieleverancier, aan het kortste eind trekken? Controleer dan of er al een verzet is aangetekend. Zo niet, doe dit dan zo snel mogelijk, ongeacht hoe lang de loonoverdracht al loopt.