Schuldhulpverlening in de gevangenis

02 februari 2023
Merle Snoeijs en Katrien Hellebuyck

Detentie en financiële problemen gaan vaak samen. Heel wat gedetineerden komen de gevangenis binnen met schulden. Door hun veroordeling wordt hun schuldenlast vaak nog groter. Het is niet eenvoudig om daar in een detentiecontext mee om te gaan.
Een gesprek met Katrien en Merle van CAW De Kempen, waar de teams justitieel welzijnswerk en schuldhulpverlening nauw samenwerken. “Een meerwaarde voor de cliënt én de hulpverlener.”

 “Erken het belang van schulden en neem het systematisch mee in elke dossierbespreking”, klinkt het bij CAW De Kempen. De organisatie zet in op een sterke samenwerking tussen het team justitieel welzijnswerk en het team schuldhulpverlening.

"Erken het belang van schulden in een integraal hulpverleningstraject."

“Vragen van gedetineerden over schulden nemen we altijd ernstig”, zegt Katrien Hellebuyck. Zij werkt bij het team schuldhulpverlening. “We vinden het belangrijk dat de trajectbegeleiders die vragen zo goed mogelijk kunnen beantwoorden. We proberen hun kennis van de thematiek ook te vergroten.”

Breed onthaal en schulden

Schuldhulpverlening in de gevangenis begint bij een breed onthaal door de trajectbegeleiders. “Tijdens dat onthaal vragen we ook naar de financiële situatie van de gedetineerde”, vertelt Merle Snoeijs, die als trajectbegeleider werkt bij het team justitieel welzijnswerk. Ze is actief in gevangenis Merksplas. “Bij twijfel over hoe met schulden aan de slag te gaan, contacteren we het team schuldhulpverlening. Dat kan over losstaande vragen gaan, maar we bekijken ook volledige schuldendossiers om tot een duurzaam plan van aanpak te komen.”

Katrien: “Mijn tussenkomst is vaak beperkt tot inventarisatie en nazicht van de schuldvorderingen. Ik geef ook info en advies over verjaring, minnelijke en gerechtelijke invordering… Uitzonderlijk bemiddel ik ook effectief in schulden. Bijvoorbeeld wanneer een gedetineerde plots over middelen beschikt door een erfenis. Als hij ervoor kiest om zijn schuldenlast aan te pakken, kunnen wij onderhandelen met schuldeisers. Schuldbemiddeling kan ook opgestart worden bij gedetineerden die in halve vrijheid zitten en over inkomsten beschikken.”

Merle: “Het team schuldhulpverlening leert ons communiceren met schuldeisers. En ze adviseren ons hoe naasten te beschermen tegen schuldinvordering, en hoe cliënten na detentie door te verwijzen naar de juiste schuldhulpverlening.”

Communicatie is key

“Onze samenwerking is gebaseerd op onderlinge communicatie”, aldus Merle. “Het contact met de cliënt verloopt altijd via de trajectbegeleider. De schuldhulpverlener gaat zelf nooit naar de gevangenis, maar volgt het dossier achter de schermen mee op. We overleggen op casusniveau en houden elkaar op de hoogte over communicatie met schuldeisers.”

“Soms stel ik een vraag en krijg ik als antwoord een waslijst aan nieuwe vragen die ik eerst nog met mijn cliënt moet bespreken. We koppelen de input van het team schuldhulpverlening steeds terug aan de cliënt en betrekken hem rechtstreeks bij de stappen die we zetten.”

Een waaier aan schuldproblemen

De trajectbegeleiders worden dagelijks geconfronteerd met een waaier aan problemen, vertelt Merle: “We krijgen vragen over penale boetes, registratierechten, collectieve schuldenregelingen, verbeurdverklaringen, consumentenkredieten, onderhoudsgeld, beslag, verjaring van facturen… Zowat alle vragen over budget en schulden eigenlijk.”

“Iemand die binnenkort vrijkomt, kijkt anders naar zijn financiële situatie dan iemand die nog lange tijd in de gevangenis blijft. We merken een verschil tussen gedetineerden met een lange straf en beklaagden of kortgestraften. Bij langere detenties en in het bijzonder tijdens de reclasseringsfase is er ruimte om schulden in kaart te brengen, te werken aan een duurzaam plan van aanpak en door te verwijzen naar de reguliere hulpverlening.”

“Niet alle gedetineerden durven te praten over hun financiën”, zegt Merle. “Dat moet je respecteren. Het is een gevoelig thema dat stress bezorgt. Dan moet je de tijd nemen. Voor anderen is detentie dan weer het aangewezen moment om vat te krijgen op hun financiën. In detentiecontext is schuldinvordering moeilijk: dat biedt een ‘veilige situatie’, waarin rond schulden gewerkt kan worden. Het is een kans, en het biedt ook rust.”

Kruisbestuiving

Concrete houvast voor de trajectbegeleiders is heel belangrijk. “We hebben een praktisch draaiboek opgesteld”, vertelt Merle. “Een soort handleiding met basisinfo en tips.”

“Door hen systematisch te ondersteunen, krijgen de trajectbegeleiders het thema steeds beter onder de knie”, vult Katrien aan.. “Ze hebben zelf intussen ook veel kennis opgebouwd om de schuldensituatie van cliënten te verkennen en aan te pakken. Dat motiveert hen om er blijvend op in te zetten. Ze erkennen het belang van het thema schulden in een integraal cliënttraject. Ze weten dat zij een verschil kunnen maken, ook op een complex thema als schulden.

Katrien en Merle beschrijven hun samenwerking als een kruisbestuiving. “De schuldhulpverleners blijven op de hoogte van wijzigingen bij justitie. En de trajectbegeleiders komen meer te weten over tendensen in de wereld van budget en schulden. Er komen ook signalen aan de oppervlakte waar we op structureel niveau mee aan de slag gaan.”

Merle: ”Trajectbegeleiders betrekken alle levensdomeinen, terwijl schuldhulpverleners zich focussen op het financiële. Onderling overleg stimuleert ons om het perspectief van familie, schuldeisers, maatschappij mee in het verhaal te brengen. Het is ook een meerwaarde dat Katrien zelf als trajectbegeleider gewerkt heeft. Ze weet hoe het eraan toe gaat in de gevangenis.”

Dromen voor de toekomst

Welke dromen hebben de twee praktijkwerkers voor de toekomst?  “Een rechtstreeks contact tussen de schuldhulpverlener en de gedetineerde zou een meerwaarde zijn. Momenteel zijn daar geen middelen voor, maar we hopen ooit zitdagen of driehoeksgesprekken in de gevangenis te organiseren waaraan een schuldhulpverlener, trajectbegeleider en cliënt deelnemen.”.

Knelpunten

Waar lopen (schuld)hulpverleners in het justitieel welzijnswerk zoal tegenaan? In het gesprek met Merle en Katrien komt een reeks knelpunten aan bod.

Detentie als ‘moedwillig’ verlies van inkomsten

Iemand die al in een collectieve schuldenregeling zit – een gerechtelijke procedure voor structurele schuldproblemen – als hij de gevangenis binnenkomt, verneemt soms dat die schuldenregeling ‘herroepen’ wordt. Daardoor kan die persoon vijf jaar lang geen nieuwe collectieve schuldenregeling aanvragen.

“We adviseren de cliënt dan om de schuldbemiddelaar te contacteren en we kunnen hem daarin ondersteunen. Waar mogelijk ijveren we ervoor om een stopzetting aan te vragen. Op die manier kan herroeping en dus de wachttijd van vijf jaar vermeden worden en is een aanvraag tot collectieve schuldenregeling na detentie nog mogelijk.”

Moeilijke communicatie met schuldbemiddelaars

Bij een collectieve schuldenregeling is het voor zowel cliënt als begeleider soms moeilijk om duidelijke en volledige informatie te krijgen van de schuldbemiddelaar. “Cliënten vertellen ons dat de schuldbemiddelaar hen niet op de hoogte houdt, moeilijk bereikbaar is en complex taalgebruik hanteert. Dat komt de onderlinge relatie niet ten goede. Ook wij kunnen schuldbemiddelaars soms moeilijk bereiken en moeten aan de slag met onvolledige informatie.”

Vergoeding burgerlijke partij en strafrechtelijke boetes

Aan detentie zijn ook schulden verbonden. Justitie verwacht vaak inspanningen om burgerlijke partijen te vergoeden of penale boetes te betalen. Vanuit justitieel oogpunt is die verwachting begrijpelijk, maar in de detentiecontext is dat vaak moeilijk haalbaar: “Inkomsten vallen weg. Er zijn weinig mogelijkheden om te werken in de gevangenis en de verloning is laag. De druk om schulden af te betalen kan dan bij familie en het sociaal netwerk komen te liggen. Zij hebben het vaak al moeilijk.”

“Onze trajectbegeleiders bemiddelen niet in schulden aan de burgerlijke partijen”, zegt Merle. “Daarvoor verwijzen we naar de advocaat. Vanuit een herstelvisie praten we wel met de cliënt over het perspectief van slachtoffer en maatschappij. Partnerorganisaties zoals Moderator nemen daarin dan ook een rol op.”

“Vragen over penale boetes nemen we wel op. Bijvoorbeeld openstaande vorderingen opvragen bij de federale overheid, uitstel van betaling vragen of een betaalvoorstel formuleren, een betaalopdracht leren opmaken in de gevangenis…”

Samenwerking met het OCMW

“Het OCMW is een belangrijke partner wanneer een gedetineerde vrijgelaten wordt.  Helaas botsen we op het probleem van bevoegdheid,” signaleert Merle. “We kunnen een gedetineerde niet aanmelden bij een OCMW zolang het niet duidelijk is waar hij na zijn detentie gaat verblijven. Een OCMW kan pas actie ondernemen als iemand effectief vrij is. Het zou waardevol zijn als de cliënt naar het OCMW kon gaan tijdens de detentie. Vooraf kennismaken, verwachtingen aftoetsen en afspraken over samenwerking maken, geeft een traject meer kans op slagen. Dit knelpunt blijven we signaleren op het werkveld maar zou ook moeten doorstromen naar het beleid.”

 

 

Ga naar onze themapagina Detentie